Batavia den 30 september 1803
Petronella Barends
te Leeuwaarden
Waarde en voor mij dierbaare egtgenoot,
Al weederom twee scheepen uijt het vaderland alhier geariveerd en nog geen een brieff voor
uw daar na verlangende man.
Nu is het bij na 15 maanden in welke tuschen tijd wel twintig scheepen uijt het vaderland zijn gezeijlt en met alle die scheepen geen een brieff uit het vaderland ontvangen !
Zoo min van ijmant den famillij of kennisjen; als van uw mijn lieve vrouw, dit maakt mijn vreselijk ongerust; ik weet volstrekt niet wat dat ik daar over denken moet.
Ik weet wat voor een ware liefde gij mijn schat voor uw man hebt, en dus ook niet nalaatig in het schrijven zijt. Ongelukkige omstandigheden alleen zijn in staat om daar hindernisje in toe te
brengen.
En zoo indien gij, mijn waarde, ( dat godt verhoede ) selve niet in staat was om te schrijven dan dunkt mij dat wel ijmant van de famillij dat zoude verrighten, zoo veel als mogelijk
( .. ) en informeer ik rond na mondelijke tijdinge, ik heb ten dien einde enen Swaluwe en een de Vries, beijde van Leewaarden, alhier gesproken en de laatste heeft mij gezegt brieven te hebben
van zijn famillij, daar niets als alles wel instondt.
En de laatste namentlijk, de Vries ( die neef en nigt tegen de heer S.... op het Heerenveen moet zeggen ) heeft mij op mijn dringende vragen betuijgt als dat een Leewaarder kennisj ( 1802 ) waar zijn nigt geweest hadden, dat te dien tijd, gij mijn vrouw, weer wel bevondt, dat hij naderhand in september daar aan volgende en ook zijn night in Leewaarden en ook te Franeker waar ent geweest
en toen alles ( .. ).
Ook heeft capitein K(..) mij verzekert dat gij, mijn waarde, van een miskraam, welke gij op de ( ..) tijdinghe dat het schip ´Vreede en Rust` zoude zijn gebleven, gekregen hadde, wederom hersteld was.
Dit een en ander heeft mij een wijnig gerust gemaakt.Dogh niet zoo of hoop en vrees, die wisjele malkander en gedurig aff en dat zal niet ophouden voor dat ik een brieff omtrent het een en ander heb ontvangen.
Ik heb alreede drie brieven van de Caap en vijf ( .. ) van hier aan uw geschreven, dus dit is de aghtst opvolgende.
Van de Caap heb ik aan, mijn waarde, aan het adres van uw heer C.Sibring te Amsterdam overgemaakt per wissel op den Asiatischen raad een somma van fl. 2291,= met het verzoek aan den heer Sibring aan den heer A. van Hoboken te Rotterdam te betaalen fl. 1070,= en de rest ter waarde van fl. 1221,= aan mijn lieve vrouw te bezorgen.
Van hier heb ik met capitein Gauke van P(..) twee potten confuturen gezonden en met capitein Molenaar na mijn arivement van Bandoen weer twee potten met confituren.
Nu mijn dierbaare vrouw ( hierin ) in geslooten een asjignatie, zijnde de laatste, groot fl 2400,= gulden om door de Assiatischen Raad met de laatsten ( .. ) 180 u aan mijn waarde uijt te betaalen.
Van deze asjignatie zijn drie (..) gemaakt, zoo dra dan derselve voldaan is dan zijn de andere van geen waarde.
Als godt wil dan hoop ik zelve voor die tijd bij uw te zijn. Ik heb dit voor ( ..) gedaan om dat hier volstrekt geen weg oopen is om geld over te maken en dan is het nog een grote gunst als men wat in ( .. ) kan krijgen. Deze asjignatie bekoomt gij, mijn waarde, met capitein Murk Lens ´het schip de Snelle Lastdrager`, een Koudummer van geboorte, woonende aldaar. De tweede zal ik bekoomen met capitein Jan Abes, het hoekerschip ´de Vrouwe Johanna` Hindeloopen en woont aldaar.En de derde of laatste zal ik nog notarieel laten maken en dan ook nog zien weg te zenden om ( .. ) te (..)
dat zij niet verlooren raken.
Na mijn te rug reijs van Banda over Binia toen ik op de 2de deezen alhier ariveerde heb ik mijn schip gelost en weederom ballast in genomen en leg thans op mijn vertrekke na Java om een lading rijst te haalen.
Ik hoop in de maand november terug te zijn. Ik weet nog niet voor vast of ik dan zal te huys woonen, ik zal ( naam ) capitein ( naam ) vraagen mij te ontzien, om het gedaan te krijgen, want mijn verlangen is groot om uw, mijn waarde, en mijn kinderen te zien en houdt intuschen een goeden moet.
En gelooft niet spoedig aan kwaade gerughten of tijdinge van veragtelijke weezens, die vermaak in den ander zijn verdriet en ongeluk scheppen.
Off staat het ook in de courant, het kunnen daar om wel luegens zijn, zoo als nu beweezen is.
Vertrouw op de voorsienigheijd zoo het maar niet te laat is, die zal ons weederom bij elkander doen
koomen. Zorgd zoo veel moogelijk voor uw gezontheijd en voor de gezontheijd en opvoedinge van den kinderen, leer hen uw mijn lieve vrouw na te volgen; En dan zullen zij deugdsaam worden. Enz.
Sommige ( ..) mijnen negotie ben ik redelijk wel mee geslaagt, bij andere heb ik weer op verlooren.
Hadde ik nu een (..) facturen van provisien, dan kon ik geld winnen op vragt in te laaden, want nu niet geparmitteerd, anders zou ik een last of thien zoo´n goederen in kunnen laaden, waar in het vaderland op gewonnen konden worden.
Ik hoop eghter dat er een (..) zal opdoen, omdat anders het geld wat ik onder mij heb maar renteloos blijft.
Met de laatste gelegentheijd zal ik uw, mijn waarde, een nota zenden van alle dat geene wat er ik heb onder mijn berustinghe. <Dat is een staat van mijn tegenwoordoge zaeken.
Onze waardige ouderen, onze famillij en alle onze vrienden en bekenden verzoek ik uw alle vriendelijk te groeten. Zegt hun dat al wat zij tot welzijn van uw, mijn dierbaare vrouw en kinderties aanwenden, ik hun alle bij mijn retour in ons vaderland, den grootste dank zal betuijghen. Een dankbaar hart en de beste zeegenwenschingen zal hun loon zijn. In het bijsonder moet uw de heer J. van der Veen niet vergeten.
Ons aller vader den almagtigen zij verder met uw en met mijne lieven kinderen, hij beware uw, mijn lieve schat en uw mijn liefde panden voor alles wat uw geluk en genoegen hinderlijk is.
Hij zij uw gedierige leijtsman op deze onvolmaakte leevensweg en doe uw altoos een onschuldig geweeten houden, hij geve dat ik na mijn gelukkige weederkomst uw alle gezont en fris mag weeder vinden en wij malkander (..) andermaal onze gevoelige harten mogen ontlaaden en samen van dankbaarheijd aan de eeuwigen mogen opofferen (..).
Ontvang waardige (..) saamen vrouw ! Ontvang de herhaalde verzekering van mijn duursaame liefde en hoogagting en weest verzekert dat ik alles aanwent om uw geluk te bevorderen.
En mijn ( ..) met het salig uijtsigt vleijen om een maal zo gelukkig te worden, dat ik mijn overzese levensuren in uw bij zijn zal kunnen eijndigen. Leeft dan, mijn schat, voor onze kinderen en leeft voor hem die alleen voor uw leeft en die met alle liefde en hoogagtinghe is uw liefhebbende en getrouwe man.
Uilke Barends
NB. mijn lieve vrouw, uw moet informeren laeten op het Oostindisch te Amsterdam of daar al boeken zijn van ´Vreede en Rust `, dan kan uw ook het transport en drie maanden op den maandbrief ontvangen, tesaamen fl.675,=
Thomas Gaal:
portret Uilke Barends 1802
Maak jouw eigen website met JouwWeb